6. De Waterfaii Way en richting Brisbane.
Door: Ko Spillekom
09 December 2016 | Australië, Brisbane
Op 8 december moeten we de camper inleveren in Brisbane. We hebben dus nog 11 dagen. We hebben even zitten puzzelen over de planning. Ons eerste doel was Tamworth. We namen dezelfde route als vrijdag, maar dan toch maar niet via de dirt road. We maakten een stop bij Bretti aan de rivier voor de lunch, maar gezien de planning besloten we toch maar verder te rijden.
In de buurt van Tamworth vonden een rest area voor overnachting in de buurt van het vliegveld, waar ook andere campers stonden. Tamworth is country hoofdstad van Australië. De volgende dag eerst naar de VVV. Op dat adres bleek een country museum gevestigd. De toeristen info was al twee jaar verkast. De dikke mijnheer achter de balie gaf ons een A4tje met de route. “Als ik voor elke toerist die ik doorstuur een dollar kreeg, dan hoef ik niet meer te werken”. Je zou zeggen, er is iets mis in het systeem. Tamworth is een leuke stad en we wilden weten in welke in bars er countrymuziek was. We vonden de VVV bij een metershoge, goudkleurige gitaar. Een enthousiaste mijnheer gaf ons gevraagd en ongevraagd alle informatie van de stad en de streek. Country muziek is allen in het weekend. En twee keer per jaar een festival. Het was nu maandag, dus dat viel tegen. We hebben de koelkast aangevuld en een lookout (uitkijk) gevonden, waar je de hele stad kon overzien. In de bibliotheek kun je onbeperkt gratis internet gebruiken. Louise wilde nog shoppen en ik ben gaan internetten. We sliepen nog een keer op dezelfde plek.
We zetten koers naar Armidale. Vanaf hier kom je op de Waterfall Way, die eindigt richting de kust bij Bellingen. De route loopt langs een aantal mooie watervallen en Nationale Parken, waar je ook kunt overnachten. Het had de laatste tijd weinig geregend, dus we waren voorzichtig enthousiast. De eerste waterval stond droog. Bij Ebor hadden we meer geluk. De tweetraps waterval maakte indruk. Bij de plaatselijke kroeg was ook een camping. Nou camping…Er was een veldje achter de kroeg en er was een waakhond. Toen hij de prijs van 25 dollar noemde, waren we eruit. Dit gaat hem niet worden. Op een vlakbij gelegen rest area kon je gratis overnachten. We hadden nog voldoende stroom( Iedere drie dagen moeten we de boel weer opladen en dus naar een camping), dus schoven we aan bij twee andere campers. We raakten aan de praat met John. Hij had ook een “uitschuifcamper” zoals wij. Gescheiden, huis verkocht en reisde nu in dit onderkomen. Een luxe camper met ingebouwd aggregaat. Kon Louise mooi haar Ipad opladen. Hij wist dat er bosbranden waren op onze route. “Als je afslaat richting Dorrigo en je ziet het bord ‘road closed’, dan moet je omrijden”. De weg was inderdaad afgesloten. Dus geen watervallen meer. We stopten om de kaart te raadplegen. Een voorbijganger bood hulp aan. “Ga naar Grafton, vandaar kom je ook aan de kust.” De weg is ‘winding but beautiful’. Nou kronkelig was ie zeker, maar ook een prachtig landschap. We gingen noordoostwaarts. Grafton is een middelgrote stad met voor Australische begrippen veel historie. Het is altijd handig om eerst de VVV op te zoeken. Op de wikicamps app hadden we verschillende campings bekeken. We vonden er een buiten de stad. De luxe ingang, palmbomen en strakke verharde paden gaven een prijzige indruk. Dat viel alles mee. 25 dollar voor een powered site( plek met stroom). Reken een aus dollar op 0,65 eurocent. En keurige plek tussen een mooi verzorgde tuin en goed sanitair. We hebben bij de Coles supermarkt boodschappen gedaan. Coles en Woolworth, zijn de twee grootste supers, maar opvallend vaker zie de Aldi. Nog net voor sluitingstijd vroegen we bij de receptie naar de code voor internet. We kregen een beperkt aantal Mb’s. Inloggen lukte niet echt. Soms heb je op de hele camping Wifi. Hier was alleen rond de receptie bereik. De man die ons naar Grafton had gestuurd gaf ook als tip de plaats Yamba aan de kust. We zouden dan MacLean passeren, waar een gemeentelijke kampeerplek was. Daar eerst gekeken. Mooie plek aan de Clarence rivier. We zagen in het stadje een bordje met lookout, een panorama uitzicht. Dat trekt ons altijd. Echt de moeite waard. Volgens de Lonely Planet is dit stadje door de Schotten gesticht. Dat was te zien aan de lantarenpalen, die waren omwikkeld met een Schotse ruit in verschillende kleuren. Dan door naar Yamba. In dit gebied wordt suikerriet verbouwd. Dat bereikt een hoogte zoals bij ons mais. Bij Yamba komt de Clarence rivier in zee uit. Yamba heeft drie prachtige stranden en een vuurtoren op een heuvel met geweldig uitzicht. Hier zouden we ons niet vervelen. Terug naar MacLean waar we pal aan de rivier tussen andere campers konden parkeren. We stonden naast een ovaalvormig grasveld met tribunes eromheen, waar ook paardenrennen werden gehouden. Onze buren hadden ‘s morgens dolfijnen in de rivier gespot. Of we ze gezien hadden. Nee, natuurlijk niet. Om 7 uur zijn wij nog niet wakker! Maar we hadden geluk. ’s Avonds zwommen ze weer terug naar zee en hebben we ze toch nog gezien tijdens het eten. We planden een rustdag. Een dagje strand in Yamba. We waren er al voor de middag. Eerst bepaald naar welk strand. Onze tuinstoelen en koeltas op het zand gezet. Louise in haar nieuwe badpak op de handdoek. Ik dook in de Lonely Planet. Insmeren met factor 50. Dat heb je hier wel nodig. Wij zijn niet van die zonners. Na een uurtje waren we er al klaar mee. Even de temperatuur van het zeewater getest. We overnachtten weer in Maclean. Onze plek was bezet door een andere camper. We schoven een plek op. We kwamen naast een ander stel van wat ze hier de ‘grey nomads’ noemen. Grijze, reizende dakduiven . Zoals wij dus. We raakten aan de praat. Ik vroeg ze aan te schuiven bij ons. Ze haalden hun stoelen en drankje en het werd een leuk gesprek. Ze vertelden dat ze regelmatig op huizen passen als de bewoners een poosje weg zijn. Ze waren al verschillende keren in Amerika geweest.
Ballina werd ons volgende doel, op weg naar het Noorden langs de kust. Onze camping lag aan de doorgaande weg en vlakbij het centrum. Tegenover de camping was een groot zwembad met hoge glijbanen. Je kon ook in de rivier zwemmen, maar je weet nooit wat je daar tegenkomt. We hebben wat geshopt en gewandeld en geluncht met uitzicht op de rivier. Daar zagen we ook dolfijnvinnen voorbij komen. Juist toen ik een foto wilde maken, scheurde een speedboot voorbij. Weg dolfijnen. Toen we besloten te gaan zwemmen betrok de lucht en we kregen regen. De koelkast in de camper werkt zowel op 240 volt, als 12 volt en op gas. Het systeem schakelt automatisch over. We stonden aan de stroompaal, maar de automaat schakelde naar gas. We kregen hem niet op stroom, wat we ook probeerden. “zit de stekker er wel in? ”bedacht Louise. Het zal toch wel. Nou ja, we hadden voldoende gas, dus laat maar. ’s Morgens bleek toch het gas op. Toch maar eens onder het bed gekeken. Zat de stekker er dus niet in! GRR.
Op borden langs de weg werd ‘Little Italy’ aangekondigd. In een paviljoen kon je alles te weten komen over Italië. Er was een café. Kans op een lekkere espresso. Nou die hadden ze. Ik begroette de dame achter de bar met Buon Giorno. Ze had geen Italiaans bloed. Ze lachte wel. Van iemand in het café kreeg ik antwoord: Ciao, Arriverdertci. Een Italiaan dus.
We probeerden zo kort mogelijk de Pacific Highway te volgen en vonden een afslag langs de kust, een tourist drive. Op weg naar Byron Bay kwamen langs een lookout. Er was een groepje mensen bezig hun parachute in- of uit te pakken. Inpakken bleek bij navraag. Waren we te laat? Nee, de wind bleek te zwak. Werd niks meer die dag. Jammer. Baron Bay is heel populair bij jongeren. Maar je mag het eigenlijk niet overslaan. We kwamen er langs en we besloten in ieder geval de vuurtoren te bekijken. De weg loopt omhoog. Parkeerplaatsen waren beperkt. Boven bij de vuurtoren konden we het vergeten. Lekker op z’n Hollands: liefst voor de deur uitstappen! Op de weg naar boven hadden we nog meer parkeerplekken gezien. Met wat gewurm kreeg ik de camper ertussen. Bij de vuurtoren heb je een prachtig uitzicht over twee baaien. Je bent hier op het meest oostelijke punt van Australië. Stapvoets reden we door de drukte het dorp uit. Het zag er wel gezellig uit.
Ons einddoel vandaag was een rest area zo’n 40 km onder Brisbane op nog een goed uur rijden. We wilden toch nog zwemmen in zee. Zou voorlopig wel eens de laatste keer kunnen zijn. We vonden een mooi strand aan de rivier bij Hastings Point en we zetten onze stoeltjes neer. Er was een sterke stroming in de rivier, die op dat punt 10 meter breed was. Om bij de branding bij het grote strand te komen moesten we er wel doorheen. Het was niet diep, maar er lagen keien. Het lukte om aan de overkant te komen. Heerlijk in de golven gesparteld. Terug leek het ons handiger de oversteek op een breder punt van de rivier te maken. De stroming was daar minder sterk, maar de keien bleken hier heel scherp en we bezeerden ons flink. We pakten ons boeltje bij elkaar en vertrokken voor de laatste etappe. De rest area was niet ver van de weg en goed aangegeven. We waren er rond vijf uur en er was nog plek zat. In de loop van de avond kwam de een na de andere camper binnen en het liep helemaal vol. Totaal geschat zo’n 30 campers. Veel jongelui. Leuk om te vergelijken hoe wij destijds met onze kleine camper op zo’n plek ons potje kookten.
Maandag 5 december. We hadden een camping geboekt in Brisbane voor de laatste drie nachten. Op weg daarheen kwamen we in de buurt van het bedrijf, waar we de camper moesten inleveren. We besloten er langs te gaan om te kijken hoeveel tijd het kost. We hebben een strak schema op donderdag. We konden vanaf 8 uur de camper inleveren en we vliegen rond 11 uur naar Los Angeles Dus wilden we uiterlijk 9 uur op het vliegveld zijn. De wikicamp app geeft gedetailleerde kaarten en we reden er vlot naar toe. Het zou met een kwartier afgehandeld kunnen zijn en het vliegveld is vlakbij. Het moet dus lukken.
Onze camping ligt in een buitenwijk van Brisbane. Meteen na aankomst de watertank gevuld en vuilwater afgetapt. Er was een bushalte vlakbij. Je bent in 20 minuten in het centrum van Brisbane. Met de buskaart kun je ook gebruik maken van de City Cat. Dat is een catamaran die langs verschillende opstapplaatsen vaart. Meteen op de boot gestapt en een aantal haltes meegevaren. Dat koelt ook lekker af. We gingen op de Southbank van boord. Dat is een mooi parkachtig gedeelte met zwembad en ligweides met bbq’s. Veel barretjes en leuke restaurants. Het weer is drukkend de laatste tijd. Regelmatig onweer en in de avond regen. Dinsdag zijn we weer naar de stad gegaan. Pas laat in de middag, want het was erg warm. Wat geshopt in het centrum daarna naar de Southbank en gegeten bij Ciao, een Italiaan dus. Heerlijk. Het was rond half negen en de boten voeren nog. Bij avond is het nog mooier op de rivier. Verlichte bruggen en wolkenkrabbers. En overal de kerstbomen in de villa’s langs het water. We hebben thuis de avond nog verlengd. Vandaag de koffers ingepakt en nog wat laatste dingen gehaald bij het winkelcentrum vlakbij. Donderdag om 05.00 ging uur de wekker voor een lange dag. De checkout met de camper verliep vlot en om 08.15 zaten we al in de taxi naar het vliegveld.
Onze reis in Australië zit er op. We hebben genoten. Tot ziens in Los Angeles of anders in Mexico.
No Worries,
Ko en Louise
-
09 December 2016 - 14:02
Frank En Els:
Zo dat is een heel epistel zeg!!
geweldig wat jullie allemaal beleven en de mooie routes die je krijgt van andere globetrotters.
Nu genieten in Mexico en geef ze daar allemaal een dikke lieve knuffel van ons.
dag lieverds tot de volgende ronde
Els -
11 December 2016 - 19:53
Baukje Molenaar En Familie:
Gaan jullie eerst naar L.A.? en dan Mexico? Mooi verslag, hoop ook weer op foto's van Miranda en familie. Een lieve knuffel, leuk alle verhalen. Weer een hoop meegemaakt en vooral samen, toch super!!!! Kusjes Baukje en een ferme hand van de mannen in dit huis.xxx
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley